Wat hebben wijkverpleegkundigen nodig om collectieve wijkpreventie in de praktijk te brengen?

Steeds meer wordt duidelijk dat het huidige zorgsysteem in Nederland onder grote druk staat. De bekostiging van het huidige systeem is gebaseerd op ziekte, en niet op het voorkomen van ziekte. Hierdoor wordt door zorgaanbieders in de wijkverpleging weinig ruimte gevoeld om wijkverpleegkundigen aan te sporen en vrijheid te geven in het uitoefenen van de rol van de wijkverpleegkundige zoals deze is bedoeld: als preventieve gezondheidsbevorderaar midden in de wijk. Maar, wat hebben wijkverpleegkundigen dan nodig om dit wel in praktijk te brengen? Wat hebben zij nodig om collectieve preventie toe te passen? Wijkverpleging.org zocht het uit.

Op dinsdag 11 oktober 2022 organiseerde Wijkverpleging.org (een initiatief voor en door wijkverpleegkundigen) een webinar om professionals in de wijkverpleging informatie te verschaffen over collectieve preventie in Nederland. Het was een interactief webinar, waarbij deelnemers werd gevraagd om onderling in discussie te gaan over dit thema en de rol van de wijkverpleegkundige in het specifiek. Het thema van het webinar werd gekozen, omdat preventie een steeds belangrijkere rol zal gaan spelen in de wijkverpleging. Dit blijkt onder andere uit het Kwaliteitskader Wijkverpleging, maar misschien nog wel meer uit de plannen van het Nationaal Preventieakkoord, dat op Prinsjesdag 2022 bekend werd gemaakt door het kabinet. We vroegen de professionals in de wijk wat zij nodig hebben om preventie in de wijk toe te kunnen passen.

De professionals in de wijkverpleging geven verschillende essentiële randvoorwaarden aan om te kunnen komen tot een collectieve preventieve aanpak in de wijk waar zij werken. Met stip op één staat een passende bekostiging en financiële middelen. De huidige initiatieven worden veelal uit subsidiegelden gefinancierd, met als groot nadeel dat het initiatief stopt zodra de subsidie stopt. Hierdoor wordt kortdurend geïnvesteerd en wordt geen blijvend preventie-initiatief bereikt. Daarnaast komt ook de werkdruk in de wijkverpleging terug als belemmerende factor voor het uitvoeren van collectieve preventie. Veel wijkverpleegkundigen willen wel, maar beschikken niet over voldoende tijd om dit in praktijk te brengen.

Wat opvalt, is dat veel professionals ook behoefte hebben aan meer onderlinge samenwerking, zowel intra- als multidisciplinair in het kader van preventie. Er worden voorbeelden gegeven van samenwerking met andere aanbieders van wijkverpleging in dezelfde wijk, maar ook van dorpsraden, huisartsenpraktijken, wijkcentra, fysiotherapeuten en diëtisten worden genoemd. Een gemotiveerde groep multidisciplinaire collega’s zou een mooie basis zijn om collectieve preventie meer handen en voeten te geven in de wijk. Niet in iedere wijk is reeds een sociale kaart aanwezig en kennen de verschillende beroepsprofessionals elkaar, wat niet bijdraagt aan het samen optrekken in de strijd tegen toenemende prevalentie van ziekten. Het is opvallend dat dit niet in iedere wijk is gerealiseerd, omdat kennis van de sociale kaart volgens het Expertisegebied van de Wijkverpleegkundige een belangrijke competentie is van de wijkverpleegkundige.

Veel wijkverpleegkundigen hebben daarnaast ook behoefte aan voorbeelden en best practices vanuit collega’s. Wat werkt en wat werkt juist niet? Wat zijn bevorderende en belemmerende factoren voor het toepassen van collectieve preventie? Ze willen niet het wiel opnieuw uitvinden, maar aansluiten op bewezen effectieve en zinvolle initiatieven en interventies. Er is bij de wijkverpleegkundigen nog te weinig kennis over wetenschappelijk en praktisch bewezen toepassingen van collectieve preventie.

Als laatste wordt ook genoemd dat een collectief besef van het belang van preventie bij zou dragen aan de opgave van de wijkverpleegkundige om de preventie in de praktijk te brengen. Als andere zorgverleners, maar zeker ook burgers, eenzelfde visie hebben over het belang van preventie, zullen initiatieven vanuit de wijkverpleging in de maatschappij sneller geaccepteerd en omarmd worden. Door te beginnen met een collectieve visie en doelen, kan uiteindelijk op een meer efficiënte wijze worden gewerkt aan preventie in de wijk.